23 sep. 2022 column

De toekomst ligt onder onze voeten

img

Bert van Ruitenbeek is bijna 25 jaar werkzaam in de biologische en biodynamische landbouw, nu als directeur van het Demeter keurmerk voor biodynamische landbouw en voeding. Van Ruitenbeek is een van de initiatiefnemers van het Groenboerenplan. De ondertekenaars pleiten voor een integrale langetermijnvisie voor de landbouw, waarbij ook aan urgente dossiers voor klimaat, bodem- en waterkwaliteit wordt gewerkt. Het plan geeft 10 aanbevelingen en wil perspectief bieden voor alle boeren die willen meebewegen naar een toekomstbestendige landbouw. 

ekoplaza-biodynamisch-bertvanruitenbeek-demeter-portretOnze toekomst is verbonden met onze omgang met de bodem, de bron van ons bestaan. De bodem herbergt het grootste levensweb ter wereld, waar miljarden bacteriën en schimmels samenwerken met planten en bomen. In onze gewaskeuzes en onze omgang met de bodem, ligt de oplossing voor de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, onze voedselzekerheid en tal van sociale en gezondheidsvraagstukken besloten. Maar met onze vee-industrie, het grootschalig kunstmestgebruik en het gebruik van landbouwgif putten we onze bodem uit. Het is de hoogste tijd voor een transitie van import- en exportlandbouw als hoofdpijndossier, naar een vreugdevolle en natuurinclusieve regionale landbouw met bodemverzorging als basis.

Gifvrij de nieuwe norm
Nu dit inzicht bij een bewustwordende groep burgers toeneemt, ontstaat er op steeds meer plaatsen zogeheten boer-burgercollectieven. Ze zoeken een weg buiten het bestaande voedselsysteem. Door samen grond te pachten of te beheren en vanuit agro-ecologische principes en zonder kunstmest en landbouwgif te gaan werken. Naast de biologisch werkende boerderijen vormen deze pioniers oases van hoop en verbinding. Ze tonen aan dat voedsel verbouwen zonder chemisch-synthetische middelen een reële optie is. Het is de overheid die vanuit haar maatschappelijke zorgplicht en als wetgever kan en moet zorgen dat biologische of andere vormen van gifvrije landbouw de nieuwe norm worden. 

Voor de noodzakelijke omslag zijn veranderingen nodig in het agrarisch onderwijs, het grondbeleid en in de wet- en regelgeving. Daarnaast moet worden gezorgd dat duurzaamheid daadwerkelijk loont. Voor de gezondheid van mens en planeet moet veel vaker gekozen worden voor plantaardige productie en consumptie. Dit alles zorgt voor een transitie in de landbouw: van een landbouw gericht op maximalisatie van productie met hoge bijkomende maatschappelijke kosten, naar een herstellende, toekomstbestendige landbouw. 


Andere gewassen
Juist Nederland zou als dichtbevolkte delta een omslag kunnen maken naar een natuur-inclusieve kringlooplandbouw die vooral voor de eigen regio produceert. Niet alleen als bron voor vers voedsel, maar ook met andere gewassen die kunnen dienen als milieuvriendelijke grondstoffen voor de bouw, voor kleding, en voor eco-diensten als schoon water en natuur. Bijvoorbeeld lisdodde dat geteeld kan worden bij hogere grondwaterstanden in de veeweidegebieden, zodat de methaanuitstoot door verdroging hier tot stilstand kan worden gebracht. Van lisdodde kan onder andere isolatiemateriaal worden gemaakt. Zo kan landbouw bijdragen aan een circulaire samenleving. De kennis die we daarmee opdoen kan - geholpen door onderzoekers en designers - enigszins vergelijkbaar met ons watermanagement, ons nieuwe exportmodel worden. 

Nu is het juiste moment
En er ligt nu een mooie kans om door te pakken. Met de huidige hoge energieprijzen en geopolitieke conflicten, zijn met name kunstmest en veevoer fors duurder geworden. Kunstmest en veevoer voor onze intensieve dierhouderij, vormen met landbouwgif de 'pijlers' van ons huidige voedselsysteem en staan aan de basis van vele milieu- en gezondheidsproblemen. Met een gifvrije landbouw en een drastisch verkleinde veestapel, ontstaat ruimte voor veel meer plantaardige voedselproductie voor mensen, ontstaat er weer ruimte voor vogels en insecten, is er geen stankoverlast voor burgers rondom megastallen, zijn er minder risico's op uitbraken van dierziekten en worden er veel minder broeikasgassen uitgestoten. En dan laat ik de gezondheidsvoordelen van voedsel uit vitale bodems nog buiten beschouwing. 

Kunstmest kost fossiele energie
Dat landbouwgif niet gunstig is, dat zullen de meesten van ons wel begrijpen, maar wat is het probleem met kunstmest? Sinds de industriële revolutie zijn we onze bodems steeds minder gaan beschouwen als levend orginisme, maar als een soort substraat om planten en (indirect) dieren zo snel mogelijk mee te voeden, met een sleutelrol voor kunstmest. De productie van stikstofkunstmest vraagt een grote hoeveelheid fossiele energie en voedt direct de plant en niet het bodemleven. Met kunstmest kan meer voedsel worden geproduceerd, maar in de loop der jaren neemt het bodemleven in activiteit en kracht af. Hierdoor gaat de productiviteit van de bodem omlaag, de planten worden kwetsbaarder voor plaaginsecten en zijn er steeds vaker pesticiden nodig. 

Oases van hoop en verbinding
De echte boer-burgerbeweging is waar boeren en burgers daadwerkelijk met elkaar verbonden zijn. Daar vormen zich oases van hoop en groeiende bewustwording. Nog veel meer boeren, tuinders en burgers kunnen zich hierbij aansluiten en kiezen met hun vork en in het stemhokje in wat voor een land ze willen wonen. Zodat onze boeren de aarde vruchtbaar kunnen houden. De enige kans op een leefbare toekomst ligt onder onze voeten. 

Meer weten over Demeter?

Lees hier

avatar

Bert van Ruitenbeek

Directeur en Coördinator Demeter

Sinds januari 2010 is Bert parttime directeur bij Stichting Demeter. Stichting Demeter zorgt voor certificering en promotie van het internationale Demeter-keurmerk voor voedsel uit de biodynamsiche landbouw.